Marion Hurrelbrinck is een ervaren vakleerkracht die eerst jarenlang godsdienstles gaf in het basisonderwijs. Zij studeerde theologie in Amsterdam en na haar verhuizing van Leiden naar Alpen aan de Rijn werd ze door de directeur van de school van haar kinderen gevraagd om daar lessen protestants vormingsonderwijs te geven. Inmiddels geeft ze les op vijf scholen aan de groepen 1 tot en met 8. ‘In mijn les hoeven de kinderen niet te presteren. Het gaat om het delen van (bijbel)verhalen, ervaringen en ruimte geven aan hun levensvragen.’

Lesgeven doe ik op verschillende niveaus. Bij de kleuters moet je echt terug naar de basis. Ik gebruik dan vaak prentenboeken, vertelplaten of ik doe bewegingsspellen met ze. Bij de oudere leerlingen kun je iets vertellen en daar een gesprek over hebben. Ik gebruik dan bijvoorbeeld de methode Op weg met verhalen,  waarin ook Bijbelverhalen en spiegelverhalen staan. Bijvoorbeeld De Ark van Noah, Het ei van egel en De jongen en de walvis zijn verhalen met een duidelijk thema. Daar praten we dan over door, spelen het na of maken er een knutsel over.

Levensbeschouwing

Ik wil leerlingen helemaal niet overtuigen van het Christendom, maar ik geef wel les vanuit mijn eigen overtuiging. Met die blik praten we over vragen die kinderen hebben. Over de dood bijvoorbeeld. Dan zeg ik: ‘Ben je er wel eens mee in aanraking geweest? Bijvoorbeeld het overlijden van een dier of opa? Hoe was dat? Wat voelde je? Waar denk jij dat ze nu zijn?’ Ook vertel ik hoe ik daarmee omga als protestant Christen zijnde. Laatst zei een leerling toen het over pesten ging: ‘Dat is karma.’ Dan vraag ik: ‘Weet je wat karma is? Waar het vandaan komt?’ Hij had geen idee. Dan ga ik daarop in en vertel dat het een religieuze oorsprong heeft in het Hindoeïsme en Boeddhisme.

‘Ik wil leerlingen helemaal niet overtuigen van het Christendom, maar ik geef wel les vanuit mijn eigen overtuiging.’

Spelenderwijs

We leven in een multiculturele samenleving. Daarom vind ik het belangrijk dat scholen leerlingen op jonge leeftijd vormingsonderwijs aanbieden. Ze leren spelenderwijs in de lessen om goed met elkaar om te gaan, juist als iemand er anders uitziet of een ander geloof heeft. Misschien vinden ze iemand met een hoofddoek om ‘gek’ en willen ze er niet mee omgaan. Maar als je weet waarom de ander een hoofddoek draagt en er met elkaar in openheid over praat ontstaat er begrip.

Elkaar niet gelijk veroordelen vind ik echt een kracht van het vormingsonderwijs.

Zin

Ik trek er graag met mijn leerlingen op uit. Dan gaan we bijvoorbeeld naar een gebedshuis, moskee, synagoge of kerk. In een kerk kan ik natuurlijk uitleggen wat alles betekent. Ik merk dat de leerlingen echt zin hebben in mijn les. Ze begroeten me enthousiast. Ook zie ik dat wat ik overbreng echt iets met ze doet.

Van ouders krijg ik op het schoolplein terug dat mijn lessen de ogen van hun kinderen meer openen voor hoe ze zelf in het leven staan en hoe anderen dat doen. Dat geeft me een goed gevoel én zin om door te gaan met dit werk.